Structuurvisie procedure

Wat is een structuurvisie?

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) is een belangrijke wet in de ruimtelijke besluitvorming van Nederland. De Wro brengt een duidelijk onderscheid aan tussen:

  • beleid: de Wro verlangt van iedere gemeente en provincie en Rijk een structuurvisie, waarin het ruimtelijk ontwikkelingsbeeld wordt beschreven. Daaraan moet men tevens een uitvoeringsstrategie verbinden die aangeeft op welke wijze men het beleid gaat realiseren.
  • normstelling: de juridische borging van de doorwerking van het beleid vindt plaats in bestemmingsplannen, inpassingsplannen en beheersverordeningen.

De structuurvisie is een inhoudelijk richtinggevend document voor de ruimtelijke ontwikkeling. De gemeenten, provincies en het Rijk zijn verplicht om in het kader van een goede ruimtelijke ordening voor hun grondgebied één of meer structuurvisies vast te stellen. Het bevat de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid voor het gemeentelijke grondgebied. De gemeenteraad van Terneuzen heeft voor het ruimtelijk beleid voor het gehele grondgebied in 2010 de Structuurvisie Terneuzen 2025 vastgesteld. Ook voor het deelgebied Binnenstad Terneuzen heeft de gemeenteraad een dergelijke structuurvisie (2012) vastgesteld.

Daarnaast is het ook mogelijk een structuurvisie voor aspecten van het ruimtelijk beleid op te stellen. De Structuurvisie Ondergrondse Infrastructuur is hier een voorbeeld van. Een structuurvisie geeft tevens aan hoe men verwacht dat beleid uit te voeren.

De structuurvisie heeft vooral een intern structurerende functie. Ze legt geen verplichtingen op. De structuurvisie is een beleids- en ontwikkelingskader, geen toetsingskader.

Procedure Structuurvisie

Allereerst wordt door middel van een publicatie kennis gegeven van het voornemen om een structuurvisie voor te bereiden. Tijdens deze periode liggen er nog geen stukken ter inzage.

In de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) zijn verder geen eisen opgenomen over de procedure van een structuurvisie. Bij verordening kunnen gemeenten vastleggen hoe zij hiermee om willen gaan. Vaak is in de gemeentelijke inspraakverordening aangegeven dat een gemeente inspraak wil voeren over structuurvisies. Ook is het gebruikelijk de structuurvisie voor te leggen aan diverse vooroverlegpartners, zoals de provincie Zeeland, het waterschap Scheldestromen, de Veiligheidsregio, omliggende gemeenten en lokale partners. Afhankelijk van de structuurvisie kan bekeken worden welke partijen relevant zijn.

Het enige dat het Bro wel heeft bepaald (artikel 2.1) is dat in de structuurvisie moet worden weergegeven op welke wijze burgers en maatschappelijke organisaties bij de totstandkoming daarvan zijn betrokken. Dit artikel sluit aan bij de wens van vroegtijdige burgerparticipatie.

In de gemeente Terneuzen wordt het ontwerp van een structuurvisie toegezonden aan diverse overlegpartners en voor 6 weken ter inzage gelegd voor het indienen van zienswijzen. De reacties uit het overleg en de zienswijzen worden vervolgens zoveel en zover als mogelijk verwerkt in de structuurvisie waarna deze door de gemeenteraad wordt vastgesteld.