Gladheidbestrijdingsplan

Door winterse omstandigheden komen de verkeersveiligheid en het economisch verkeer onder druk te staan. Gemeente Terneuzen spant zich in om de gevolgen te beperken. Met dit gladheidbestrijdingsplan zorgen we ervoor dat verkeersdeelnemers zich op een zo veilig mogelijke manier kunnen verplaatsen. 
De gemeente kan niet alle wegen strooien. Daarom zijn er prioriteiten gesteld die we in dit plan beschrijven. 

De weggebruiker is in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor zijn of haar eigen veiligheid en die van andere verkeersdeelnemers. Hij of zij houdt rekening met langere reistijden en past de snelheid aan aan de omstandigheden. 
We strooien preventief. Dat betekent dat er gestrooid wordt met nat zout voordat de wegen glad worden. De beslissing om te strooien nemen we op basis van actuele weersvoorspellingen. Daarvoor heeft gemeente Terneuzen overeenkomsten met erkende meteorologische diensten. 

Strooiroutes

De strooiroutes worden jaarlijks vastgesteld en aangepast als dat nodig is. Het gaat om de belangrijkste doorgaande wegen, fietsroutes, busroutes, wijkontsluitingswegen en wegen met een bijzondere functie. Routes naar hulpdiensten, ziekenhuis, politie en brandweer hebben voorrang. De routes zijn in te zien via deze link.
We hebben negen strooiwagens; 3 rijbaanstrooiers en 6 strooiers die ook fietspaden kunnen strooien. In totaal wordt er ongeveer 175 kilometer aan wegen en paden gestrooid. Verder strooien we bij blijvende gladheid ook zoveel mogelijk voetpaden, bushaltes en andere voor voetgangers belangrijke plaatsen. 

Gevaarlijke situaties en klachten

Situaties die gevaar of ernstige hinder vormen, kunnen 24 uur per dag gemeld worden bij de Meldkamer via het nummer 088 205 2066.
Klachten over het strooibeleid kunnen gemeld worden via het formulier Melding openbare ruimte.

 Aansprakelijkheid van de gemeente als wegbeheerder

Wegenwet en wegenverkeerswet

Op de wegbeheerder rust wettelijk gezien de zorgplicht haar wegen zo goed als mogelijk in een behoorlijke staat van onderhoud en berijdbaar te houden. Onder deze omstandigheden worden ook de omstandigheden bij gladheid bedoeld. Als wegbeheerder heeft de gemeente Terneuzen de zorg voor de kwaliteit van de gemeentelijke wegen op haar grondgebied. Het gaat hierbij niet om een garantieverplichting maar om een inspanningsverplichting.

Coördinatie van de gladheidbestrijding

Het afdelingshoofd van de afdeling Realisatie en Beheer is belast met de algemene organisatie van de gladheidbestrijding. 

De dienstdoende weekdienstfunctionaris op het moment van de strooiactie is belast met de dagelijkse coördinatie en volgt dit gladheidbestrijdingsplan. Deze functionaris is verantwoordelijk voor de uitvoering en is beslissingsbevoegd voor het inzetten van strooimaterieel, de uit te voeren werkzaamheden en andere noodzakelijke acties. 

Geldigheidsduur van het plan

Het gladheidbestrijdingsplan geldt voor de periode vanaf vrijdag week 45 tot en met eind week 13 van het volgende jaar. Dit noemen we het winterseizoen. Bij gladheid buiten deze periode staat het strooimaterieel niet paraat maar geldt dit plan als richtlijn.

Tijdstip van de uitvoering

De gladheidbestrijding kan 24 uur per dag, zeven dagen per week in gang worden gezet. In verband met de capaciteit strooien we voetpaden alleen overdag. Voor belangrijke straten of paden kan een uitzondering worden gemaakt.

 Materieel

Al het materieel wordt uiterlijk begin november getest, in orde gemaakt en staat gebruiksklaar voor het begin van het winterseizoen. 

In de gemeente Terneuzen bestaat het standaard strooimaterieel uit:

  • Drie snelheidsonafhankelijke hoofdrijbaanstrooiers met een inhoud van 5 m3, geschikt voor natstrooien en inzet¬baar met een sneeuw¬schuiver. Alle rijbaanstrooiers staan gestald op de locatie aan de Koegorsstraat;
  • Zes fietspadstrooiers met een inhoud van 1 m3, geschikt voor natstrooien en inzetbaar met een sneeuwschuiver. De fietspadstrooiers staan gestald op de locatie aan de Koegorsstraat;
  • Eén tractor met fietspadstrooier is ingehuurd met standplaats Koewacht.

Om overbelasting te voorkomen neemt iedere strooier niet meer zout mee dan nodig. De strooier moet leeg zijn aan het einde van de route. Onmiddellijk na terugkomst worden de strooiers en de wagens schoongemaakt met ruim water.

Personeel

Voor de uitvoering van de gladheidbestrijding hebben we tijdens het winterseizoen medewerkers van de afdeling Realisatie en Beheer in oproepdienst. De dienst begint op vrijdag om 12.00 uur en wisselt wekelijks.
Dagelijks zijn er naast de weekdienstfunctionaris 10 medewerkers voor het strooien en een storingsmonteur oproepbaar. Verder zijn er bij derden een kraanmachinist voor het laden van de strooiers en een tractorbestuurder met tractor en strooier oproepbaar. 

De oproepmedewerkers zijn 24 uur per dag inzetbaar en hebben een mobiele telefoon die tijdens de dienst altijd aanstaat. Als de weekdienstfunctionaris via de telefoon een melding van gladheid doorgeeft streven de medewerkers ernaar om zich binnen 20 minuten te melden of op de werkplek aanwezig te zijn. De strooiactie moet zo veel mogelijk binnen 30 minuten na alarmering beginnen. Juist bij winterse weersomstandigheden bestaat er ook gevaar voor onze medewerkers. Vanwege veiligheidsredenen zijn de genoemde streeftijden en -doelen niet altijd haalbaar en begint de strooiactie zo snel mogelijk als de omstandigheden toelaten.

Naast de medewerkers voor de uitvoering van de gladheidbestrijding is er ook een monteur aanwezig of oproepbaar om bij storingen direct reparaties uit te voeren.

Voor de veiligheid van de medewerkers en de weggebruikers is het overschrijden van de wettelijk toegestane maximale werktijd niet toegestaan. Daarom hebben we bij aanhoudende gladheid een tweede ploeg medewerkers inzetbaar. De weekdienstfunctionaris bepaalt of een tweede ploeg nodig is op basis van de weersverwachting. Hij wijst hiervoor medewerkers aan van de week ervoor.

Voorraad zout

De minimale hoeveelheid strooizout in voorraad moet voldoende zijn voor acht volledige strooirondes, een hoeveelheid van 400 ton. Bij uitzonderlijke weersomstandigheden kan de vraag naar strooizout zo hoog zijn dat deze hoeveelheid niet op voorraad is.

Er wordt gestrooid met een mengsel van pekelwater en droog zout in de verhouding 10 gram zout per vierkante meter.

Het strooizout dat we gebruiken is steenzout (natriumchloride). Dit kopen we in bij leverancier Eurosalt in Moerdijk. Het strooizout ligt opgeslagen in de zoutloods op de locatie aan de Koegorsstraat. 

Als extra waarborg heeft de gemeente een samenwerkingsovereenkomst met andere wegbeheerders zoals de Provincie Zeeland, Waterschap Scheldestromen en andere Zeeuwse gemeenten. Hier staan afspraken in over de tarieven, de samenstelling van het zout en aanleververplichtingen. 

Milieu

Voor het milieu kan strooizout schadelijke gevolgen hebben. Ook voor beplanting, straatmeubilair, lantaarnpalen en het wegdek kan zout schadelijk zijn. Daarom wordt het gebruik van strooizout zoveel mogelijk beperkt. De invloed van strooizout op waterzuivering of oppervlaktewater is vanwege de verdunning met het overige water te verwaarlozen.

Prioriteitsstelling van de wegen

Vanwege de omvang van het wegennet is het niet mogelijk om alle rijbanen, fiets- en wandelpaden in de gemeente te strooien. Daarom voeren we de gladheidbestrijding volgens deze prioriteitsstelling uit. Afhankelijk van de maatschappelijke en economische functies van de wegen zijn ze wel of niet opgenomen in een strooiroute. Ook de plaats in een route, aan het begin of eind, wordt erdoor bepaald. 

Rijbanen

  • 1e Prioriteit 
    • Hoofdrijbanen
    • Toegangswegen naar hulpdiensten politie, ambulance en brandweer
    • Routes openbaar vervoer
  • 2e Prioriteit 
    • Toegangswegen naar nutsvoorzieningen
    • Wegen langs verzorgingscentra
    • Hellende wegen
    • Wegen met een belangrijke economische functie zoals winkelstraten
  • 3e Prioriteit
    •  Wijkontsluitingswegen
  • 4e Prioriteit
    •  Woonstraten, woonerven en overige straten

Fietspaden

  • 1e Prioriteit    
    • Doorgaande of intensief gebruikte fietsroutes naar scholen, bedrijfsterreinen  en winkelcentra
  • 2e Prioriteit
    • Overige fietspaden

Voetpaden

  • 1e Prioriteit    
    • Voetgangersgebieden zoals winkelstraten en markten, bushaltes en zebrapaden
  • 2e Prioriteit  
    • Loopverbindingen naar nutsvoorzieningen, seniorencentra en -woningen
  • 3e Prioriteit  
    • Wijkontsluitingspaden
  • 4e Prioriteit  
    • Overige voetpaden

Bij nieuwe wegen, fiets- of voetpaden of wanneer ze van functie veranderen bepalen we aan de hand van boven¬staande prioriteitsindeling of we ze opnemen in de route. 

Rijbanen  

Tot en met de 3e prioriteit zijn deze wegen in de routes opgenomen. De toegangswegen naar de hulpdien¬sten ambulance, politie en brandweer zijn aan het begin van de routes. De rijbanen met 4e prioriteit strooien we alleen bij aanhoudende gladheid door sneeuw of ijzel en pas nadat de wegen tot en met de 3e prioriteit voldoende sneeuw- en ijsvrij zijn. Er geldt geen tijdslimiet waarbinnen de wegen met 4e prioriteit worden behandeld.

Fietspaden

Met 1e prioriteit zijn deze opgenomen in de fietsroute. Fietspaden met 2e prioriteit behandelen we alleen bij aanhoudende gladheid door sneeuw en ijzel. Hierbij geldt geen tijdslimiet.

Voetpaden     

Deze behandelen we bij pas aanhoudende gladheid, in volgorde van prioriteit. We zetten hiervoor personeel van de teams Stadsservice en Groen in. 

Er zijn knelpunten die niet met de functie van een weg te maken hebben maar vanwege hun eigenschappen worden opgenomen in de gladheidbestrijding. Dit zijn bijvoorbeeld hellingen, bruggen, op- en afritten. 
Op rijbanen en fietspaden die niet zijn opgenomen in de routes moet de verkeersdeelnemer zich aanpassen aan de omstandigheden. De gemeente heeft niet de middelen om alle wegen te strooien.

Uitgangspunten voor de routes

Bij het ontwerpen van een route gelden de volgende uitgangspunten;

Gemiddelde rijsnelheid van de hoofdrijbaanstrooiers:

  • gladheid door aangevroren mist, rijpvorming of opvriezing: 40km/u
  • gladheid door ijzel en sneeuw: 30km/u

Gemiddelde rijsnelheid van de fietspadstrooiers:

  • gladheid door aangevroren mist, rijpvorming of opvriezing: 25km/u
  • gladheid door ijzel en sneeuw: 25km/u

De routes zijn zo ontworpen dat:

  • een weggebruiker niet, of zo min mogelijk, van een gestrooid op een niet-gestrooid wegvak terecht komt;
  • een strooivoertuig niet, of zo min mogelijk, achteruit of tegen de verkeersrichting in moet rijden;
  • de hoeveelheid strooizout in de strooier voldoende is voor één rit en
  • de routes zoveel mogelijk binnen 2,5 uur gestrooid zijn.
Methode van de gladheidbestrijding

Gladheid bestrijden we volgens de natstrooimethode. Het droge wegenzout wordt vlak voordat het de strooier verlaat bevochtigd met een oplossing van zout en water. Hierdoor hecht het zout zich aan het wegoppervlak en verwaait het niet. De voordelen van natstrooien in vergelijking met droogstrooien zijn:

  • een lager zoutverbruik per m² zodat de strooibeurt goedkoper en minder belastend voor het milieu is; 
  • het strooizout kan beter worden gedoseerd;
  • minder kosten voor de aankoop van strooizout;
  • minder strooiverlies door verstuiving;
  • een hogere gemiddelde rijsnelheid waardoor we sneller kunnen strooien;
  • een groter bereik per wagen;
  • bij temperaturen tussen 0 en 2 graden onder Celsius is de smeltreactie met ijs en sneeuw sneller;
  • verhoging van de verkeersveiligheid omdat er gestrooid wordt vóórdat het glad is;
  • de strooiactie kan buiten spitstijd gepland worden;
  • strooiacties kunnen beter afgestemd worden op die van andere wegbeheerders.
Soorten gladheid

Er bestaan verschillende soorten van gladheid:

  • bevriezing van natte weggedeelten als gevolg van regen, condensatie of mist;
  • gladheid door ijzel;
  • gladheid door sneeuwval.

Preventieve gladheidbestrijding bij bevriezing van natte weggedeelten door regen, mist, condensatie of rijpvorming (vooraf)

Deze vormen van gladheid bestrijden we volgens de natstrooimethode met ca. 10 gram zout per m². Alle routes worden geheel gestrooid. Wanneer de gladheid zeer plaatselijk is, bijvoorbeeld op de brugdekken van de sluizen, volstaat een plaatselijke bestrijdingsactie.

Curatieve gladheidbestrijding bij ijzel (achteraf)

IJzel ontstaat meestal tijdens de overgang van vorst naar dooi. Gladheid ontstaan door ijzel wordt bestreden met ca. 15 gram zout per m². Hierbij strooien we alle routes. Bij ijzel is de rijsnelheid lager en nemen de routes meer tijd in beslag. 
Bij aanhoudende vorst en ijzel strooien we na de vastgestelde routes zoveel als mogelijk de rest van de wegen.

Curatieve gladheidsbestrijding bij sneeuwval (achteraf)

Als we sneeuwval verwachten van 4 cm of meer zetten we de sneeuwschuivers in. De sneeuw wordt zoveel mogelijk naar de rechterkant van de weg geschoven. Tijdens het schuiven wordt er 20 gram zout per m² gestrooid om te voorko¬men dat de sneeuw vast wordt gereden of vast vriest. Hierbij gebruiken we droog zout. Als de vastgestel¬de routes sneeuwvrij zijn en de gladheid minstens 48 uur aanhoudt onderneemt de weekdienstcoördinator vervolgacties.

Gladheidbestrijding voor en door derden

We strooien alleen op routes binnen de bebouwde kom. De beheersgebieden van andere wegbeheerders zoals Rijkswaterstaat, Provincie Zeeland en Waterschap Scheldestromen grenzen aan die van de gemeente Terneuzen. Om logistieke redenen en om te voorkomen dat weggebruikers van een gestrooid weggedeelte op een niet-gestrooid weggedeelte terechtkomen heeft de gemeente met deze wegbe¬heerders afspraken gemaakt. Een doorgaande weg wordt zo veel mogelijk door dezelfde wegbeheer¬der gestrooid, ook als er op die weg een grens ligt tussen de beheersgebieden van twee be¬heerders. De afspraken zijn vastgelegd in het Samenwerkingsverband Gladheidbestrijding Zeeland.

Bekijk hier de routes en informatie over gladheidbestrijding door de samenwerkende wegbeheerders.

Alarmering

Tijdens kantooruren, van 08.00 uur tot 17.00 uur, voert team Stadsservice van de afdeling Realisatie en Beheer de gladheiddetectie en regie uit. Buiten kantooruren is de weekdienst coördinator verantwoordelijk.

We werken samen met meteorologische diensten (Meteo Consult, gladheid.nl en RoadMaster DTN). Zij geven dagelijks een gladheidverwachting voor de komende 24 uur. Onderdeel van de dienstverlening is een applicatie die alle verantwoordelijken informeert over de weersomstandigheden en de acties we moeten nemen.

Uitvoering strooiactie

Start strooiactie

De gladheidbestrijding kan 24 uur per dag uitgevoerd worden maar vindt zoveel mogelijk plaats tussen 05.00 en 23.00 uur. De beslissing om te gaan strooien neemt de weekdienstfunctionaris op basis van de weersverwachting. Bij verwachte gladheid kan hij ook een visuele inspectie uitvoeren en overleggen met de meteodienst. 

Tijdens de strooiacties mogen er, als dat noodzakelijk is, verkeersregels overtreden worden zoals:

  • door rood licht rijden;
  • tegen het verkeer in rijden;
  • wagens mogen met maximaal 10% overbelast worden.

Einde strooiactie

Na de strooiactie wordt het zout water in de strooiers aangevuld en als dat nodig is brandstof getankt. Het hele voertuig wordt schoongemaakt. De silo van de strooier wordt geleegd.

Strooirapport

Na afloop van de strooiactie stellen we een dagrapport gladheidbestrijding op. Hierin staat:

  • de datum van de strooiactie;
  • het tijdstip van de alarmering;
  • de weersomstandigheden zoals temperatuur en neerslag;
  • het tijdstip van vertrek van de voertuigen;
  • het tijdstip van het einde van de strooiactie;
  • de hoeveelheid verbruikt zout;
  • de namen van de uitvoerende medewerkers;
  • de naam van de weekdienstfunctionaris.

Het strooirapport stellen we op om inzicht te krijgen in de uitgevoerde werkzaamheden en voor het geval we achteraf aansprakelijk worden gesteld. De weekdienstfunctionaris of strooicoördinatoren gebruiken hiervoor de RoadMaster-app.

Wanneer wegen, fiets- of wandelpaden in de route niet zijn gestrooid noteren we dit in het rapport. Alle andere zaken of situaties die de uitvoering van de strooiacties verhinderen, gevaar kunnen veroorzaken of waarover aansprakelijkheidsvragen kunnen ontstaan noteren we en worden gemeld aan de verantwoordelijke coördinator.

Schadelijke effecten gladheidbestrijding

Een deel van het strooizout komt naast de weg terecht en kan beplanting en straatmeubilair beschadigen. Daarom strooien we zo nauwkeurig mogelijk door de strooiapparatuur goed af te stellen, de juiste hoeveelheid strooizout te gebruiken en door alleen te strooien als dat noodzakelijk is. Als het winterseizoen is afgelopen inventariseren we de schade zodat we die in de toekomst kunnen beperken. Als het nodig is schakelen we Team Groen in.

Informeren publiek

Voor het begin van de winterperiode informeren we het publiek over het strooibeleid via een bericht in het Zeeuw-Vlaams Advertentieblad, hier op onze website en de social media kanalen van de gemeente. Daarbij waarschuwen we de weggebruikers ook voor de risico’s van gladheid en hun eigen verantwoordelijkheid. Inwoners vragen we om de stoep en de straat voor de deur sneeuw- en ijsvrij te houden.

Klachtenregistratie

Klachten over gladheid of de gladheidbestrijding registreren we altijd. We vermelden:

  • de datum van het indienen van de klacht;
  • de persoons- en contactgegevens van de klager;
  • de datum en een omschrijving van de schade of hinder.

U kunt klachten of spoedeisende zaken melden via de Melding Openbare Ruimte (MOR).

Actualisering

Na ieder winterseizoen evalueren we de gladheidbestrijding en passen het plan aan als dat nodig is voor het volgende seizoen begint. We volgen de ontwikkelingen op dit gebied en nieuwe inzichten of technieken nemen op in ons plan.

Bij het opstellen van dit gladheidbestrijdingsplan is gebruik gemaakt van informatie van de stichting C.R.O.W. (Stichting voor Regelgeving en Onderzoek in Grond-, Weg-, en Waterbouw). 

Printversie van het gladheidbestrijdingsplan