Bijlage 1 Normenset behorende bij beleidsregel Flexbewoning gemeente Terneuzen

(ter uitbreiding en verduidelijking)

1. Ruimte en Privacy

1.1. De woning en de daarin bevindende verblijfsruimten dienen minimaal te voldoen aan de eisen uit het Bouwbesluit niveau bestaande bouw.
1.2. In een, in een bestemmingsplan aangewezen bedrijfswoning, is flexbewoning niet toegestaan.
1.3. Per persoon dient in de betreffende woning minimaal 12 m² gebruiksoppervlakte, als bedoeld in NEN 2580, beschikbaar te zijn.
1.4. Per persoon dient in de betreffende woning minimaal een slaapkamer beschikbaar te zijn van minimaal 7 m² verblijfsoppervlakte met een minimale hoogte van 2,1 m.
1.5. Indien er sprake is van huisvesting van arbeidsmigranten moet de huisvester gecertificeerd zijn volgens de SNF of de huisvesting dient aantoonbaar te voldoen aan de geldende normen van de SNF.
1.6. Alle voorzieningen (sanitair, keuken, slaapvertrek en woonkamer of ontspanningsruimte) dienen onder één dak en inpandig bereikbaar te zijn.
1.7. Voor elke bewoner is in het slaapvertrek een bed beschikbaar met een matras van tenminste 80*200cm.

2. Sanitair en Veiligheid

2.1. In een woning is minimaal een badruimte aanwezig met een minimale hoogte van 2 meter.
2.2. Er is geen sprake van zichtbare overbelasting van het elektriciteitsnet (controle op o.a. op dubbelstekkers, afgerolde kabelhaspels, verlengsnoer op verlengsnoer, kacheltjes en kookplaatjes en overig zwaardere elektrische apparaten)
2.3. De verlichting en elektriciteitsvoorziening in natte ruimten is spatwaterdicht en geschikt voor gebruik in natte ruimtes.
2.4. Er is geen sprake van omstandigheden die tot gevaar of verwondingen kunnen leiden.
Installaties
2.5. CV, vaste gaskachel en geiser dienen tweejaarlijks aantoonbaar gecontroleerd te zijn. Verblijfsruimten dienen verwarmd te kunnen worden met een Cv-installatie of een vaste gaskachel

3. Informatievoorziening en overige eisen

Naast een huishoudelijk regelement en in aanvulling op artikel 3 van de beleidsregels dient tevens te worden voldaan aan:

3.1. Er moet een informatiekaart aanwezig zijn die opgehangen is op een centrale plaats. De informatiekaart is opgesteld in het Nederlands en de landstaal van de bewoners en deze bevat ten minste telefoonnummers van: beheerder / contactpersoon verhuurder, regiopolitie, brandweer, 112 (in levensbedreigende situaties), ontruimingsplan, vindplaats van blusmiddelen, instructie ten aanzien van rookmelders en noodprocedure in relatie tot de woning waarin verbleven wordt.
3.2 Huis- en leefregels waarin zeker opgenomen het gedrag als goede buur (geluid/muziek (nachtrust), afval, parkeren, ontvangen van bezoek, feesten, barbecue en vuur;
3.3 De informatiekaart dient voor een ieder goed zichtbaar te worden opgehangen.

4. Brandveiligheid

4.1. Een brandblusser moet voldoen aan het besluit draagbare blustoestellen 1997 en in het bijzonder de vigerende NEN-EN 3-7. De plaatsing van brandblussers en keuze van de blusstof in relatie tot de brandklasse moet voldoen aan de vigerende NEN 4001+C1.
4.2. Een draagbaar blustoestel moet bij nieuwe levering worden voorzien van de aanduiding van de uiterste datum (jaar en maand) waarop het eerstvolgende onderhoud moet worden uitgevoerd dit conform de vigerende NEN 2559.
4.3. Het preventief onderhoud dient jaarlijks te worden uitgevoerd conform de vigerende NEN 2559 door een gecertificeerd REOB bedrijf. De onderhoudsgegevens moeten worden geregistreerd op een etiket op basis van de vigerende NEN 2559 dat duurzaam is bevestigd op het blustoestel. Er is in totaal 6 liter / 6 kilogram blusmiddel aanwezig.
4.4. Er staat een instructie voor gebruik op elke brandblusser
4.5. Er is een blusdeken bij iedere kookgelegenheid.
4.6. Er zijn op op elke verdieping in de verkeersruimten werkende rookmelders aanwezig.
4.7. Er is een rookmelder aanwezig in de CV-ruimte en één bij de wasmachine en droger.
4.8. Er is een CO-melder aanwezig in de CV-ruimte en in die ruimte met ander verwarmingstoestel.
4.9. Gecombineerde CO- en rookmelders zijn niet toegestaan.

5. Parkeren

5.1. Aan te houden parkeernorm voor deze functie:

Wonen

Centrum

Schil centrum
Rest bebouwde kom
Buitengebied
eenheid
opmerking
Opmerking II

Kamerverhuur, onzelfstandig

0,55

0,65

0,7

0,7

per kamer

aandeel bezoekers 0,2 pp per kamer

onzelfstandig: geen eigen keuken en badkamer

 

6. Indieningsvereisten

Voor een aanvraag omgevingsvergunning tot afwijken van het bestemmingsplan in het kader van de Beleidsregel ‘Flexbewoning gemeente Terneuzen’ moet in aanvulling op hoofdstuk 1 en artikel 3.2 van de Regeling omgevingsrecht de onderstaande gegevens worden aangeleverd:

6.1. Plattegrondtekeningen van de woning van alle bouwlagen inclusief afmetingen, gebruiksoppervlakte en verblijfsruimten conform de NEN 2580. Hierbij dienen de bedden (minimaal 80 x 200) in de woning, de plaats van de brandblusser, de plaats van de blusdeken, de plaats van de informatiekaart/huisregels, de plaats van de rookmelders, de CV ruimte, het kooktoestel, de wasmachine/droger ruimte, badruimte en toiletruimte ingetekend te zijn;
6.2. Overzicht van het totale gebruiksoppervlakte van de woning, gebruiksoppervlakte en verblijfsoppervlakte per ruimte;
6.3. Afschrift dat een huisvester van arbeidsmigranten gecertificeerd is volgens de SNF;
6.4. Verklaring van het maximaal aantal te huisvesten personen;
6.5. Verklaring van huisvester dat de bewoners ingeschreven worden in de BRP;
6.6. Plaats en vorm van parkeervoorzieningen voor deze huisvesting;
6.7. Huisreglement waarin de onderwerpen uit artikel 3 van deze beleidsregel zijn uitgewerkt;
6.8. Een keuringsrapport van de elektrische installatie (niet ouder van één jaar);
6.9. Wijze waarop informatieverstrekking van het voorgenomen afwijkend gebruik naar gebruikers van de aangrenzende percelen heeft plaatsgevonden.

Indien deze informatie niet aanwezig is bij een aanvraag, zulle de ontbrekende gegevens worden opgevraagd. Bij het uitblijven van deze gegevens na het verzoek tot aanvullen van de aanvraag, zal de aanvraag, conform het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht,  buiten handeling worden gesteld.